Elke branche heeft zijn eigen taal. Heb je ooit iemand horen praten over een touch-up of een cover up en ben je benieuwd wat die termen betekenen? We hebben per onderwerp een uitleg geschreven zodat je weet wat het betekent en wat de impact hiervan is op de tattoo scene. Veel leesplezier!
Apprentice—Tatoeëerders gaan lang in de leer voordat ze volledig zelfstandig aan het werk gaan. Een tattoo apprentice (leerling) worden kost tijd en moeite, maar het kan je zeker helpen om je CV op te bouwen en sneller aangenomen te worden. Voor het verkrijgen van een stage is veel netwerken en het kennen van de juiste mensen nodig, dus het kan gemakkelijker zijn voor iemand met connecties of die in een kleinere stad woont met een kleinere groep van potentiële werkgevers. Een tattoo leerling krijgt praktijkgerichte training terwijl hij werkt naast een ervaren professionele artiest. De opleiding duurt meestal 1 tot enkele jaren, afhankelijk van de beschikbaarheid en de behoeften van elke betrokken partij.
Blackwork—Blackwork is een tattoo stijl waarbij alleen zwarte inkt wordt gebruikt.
Blowout—Een blowout ontstaat wanneer een tattoo te diep in de huid wordt geprikt. Hierdoor loopt de inkt uit onder de huid en dit zorgt voor een minder strak resultaat. Op sommige plekken op het lichaam is de huid erg dun en hier ontstaat sneller een blowout dan op andere plekken.
Bodysuit—Bij een bodysuit is het lichaam voor het merendeel getatoeëerd, bij voorkeur in 1 stijl.
Coil—Een coil tattoo machine werkt door middel van elektromagnetische spoelen. Vroeger waren dit de meest gebruikte tattoo machines. Tegenwoordig werken veel artiesten ook met rotary machines.

Cover up—Een cover up is een tattoo over een andere tattoo heen. Door een goede cover up artist is de oude tattoo nauwelijks meer zichtbaar. Een cover up is in de meeste gevallen groter en donkerder dan de te bedekken tattoo.
Custom tattoo—Een tattoo die is ontworpen en getatoeëerd speciaal voor de betreffende klant.
Dotwork—Dotwork tattoos zijn gemaakt met duizenden afzonderlijke puntjes. Deze tijdrovende techniek geeft een uniek resultaat en past goed bij mandala tattoos.
Flash—Van te voren gemaakte ontwerpen veelal afgebeeld in mappen of aan de muur. Deze tekeningen worden vaker getatoeëerd op meerdere mensen.
Free hand—Wanneer een artiest uit de vrije hand een tekening maakt op de huid en deze meteen in de huid wordt geprikt spreken we van free hand.
Geometric tattoo—Een tattoo die is opgebouwd uit geometrische vormen of patronen.
Healed tattoo—Een tattoo die volledig genezen is is goed te beoordelen op de kwaliteit van de artiest. Een tattoo is genezen 2 tot 4 weken nadat deze geplaatst is.
Maori—In hun cultuur hebben de Maori een voorliefde voor tattoos. Hun tattoos worden moko genoemd en ze gebruiken natuurlijke kleurstoffen om ze te maken. De stijl bestaat vaak uit geometrische vormen die verschillende elementen uit de natuur voorstellen zoals vogels of vissen, maar ook krijgers en voorouderlijke figuren die ooit als goden werden gezien.
Nazorg—Nazorg voor tatoeages is het proces van zorg voor je nieuwe tattoo om deze goed te helpen genezen. Wanneer je een tattoo laat zetten, zijn er enkele algemene regels die je moet volgen als onderdeel van de tatoeage nazorg. Daarnaast heeft elke artiest heeft zijn eigen suggesties en tips. Elke tattoo is anders en vereist andere nazorg. Afhankelijk van hoe groot het stuk is of hoeveel oppervlakte het bedekt, zal elke artiest je zijn eigen aanbevelingen geven voor wat je moet doen zodra je de studio verlaat met nieuwe inkt op je huid. Deze richtlijnen zijn algemene principes voor nazorg, ongeacht waar je je tatoeage laat zetten. Er zullen verschillen zijn van persoon tot persoon, maar als je deze regels volgt, blijft je nieuwe tattoo er zo lang mogelijk strak en levendig uitzien.
Portfolio—Een collectie van beeldmateriaal van een tattoo artiest om een indruk te krijgen van zijn/haar werk. een portfolio kan bestaan uit digitaal werk op social media of bij voorkeur een fysieke map met foto’s die je kunt bekijken.
Realisme—Een tattoo stijl die de realiteit zo goed als mogelijk benaderd. Denk hierbij aan portretten van mens of dier en realistische onderwerpen.
Rotary machine—Een tattoo machine die werkt door middel van een rotatie motor. Deze tattoo machines zijn een stuk lichter, stiller en kleiner dan coil tattoo machines.
Scratcher—Een scratcher of thuisprikker is iemand die tattoos plaatst zonder de juiste opleiding, vergunning of materialen. Vaak met zeer ongewenste resultaten.
Sleeve—Bij een sleeve wordt de volledige arm getatoeëerd van pols tot schouder. Bij een leg sleeve wordt hetzelfde gedaan maar dan op het been.
Stencil—Stencils worden gebruikt door tattoo artiesten om het ontwerp over te zetten op de huid waarna deze getatoeëerd kan worden. Het stencil geeft inkt af en deze trekt deels in de huid zodat deze niet makkelijk is weg te vegen tijdens het tatoeëren.
Stick and poke—Tattoos die worden geplaatst zonder elektrische machine. De tattoo wordt hierbij met de hand, puntje voor puntje in de huid geprikt.
Tebori—Traditionele Japanse tattoo techniek waarbij de tattoo met lange naalden in de huid wordt geprikt zonder machine.